Pastinaaksoep met gele linzen en kruidenstokbrood

Vandaag een 'fluwelen' soep met een hoofdrol voor pastinaak. De pastinaak is familie van de wortel en heeft een lekkere zoetige, anijsachtige smaak. Hij is wit van kleur en wordt daarom ook vaak ‘witte peen’ genoemd. De Romeinen verbouwden pastinaak al in de tijd van de Middeleeuwen. Gedurende de Middeleeuwen was het de belangrijkste groente met zetmeel voor het volk.

Bereiding (30 min)

1. Verwarm de oven voor op 200 ºC.
2. Bereid de bouillon. Pel de ui en snijd in halve ringen. Schil de pastinaak en snijd klein. Spoel de gele linzen in een zeef onder de kraan.
3. Verhit olie in een soeppan en fruit de ui 2 minuten. Bak de pastinaak enkele minuten mee, doe de linzen erbij en blus af met de bouillon. Kook in 20 minuten gaar. Pureer daarna de soep met een staafmixer mooi glad. Als je de soep te dik vindt, voeg dan extra bouillon toe.
4. Pel intussen de knoflook. Ris de helft van de tijmblaadjes van de takjes (gebruik de andere helft van de tijm voor het recept met de spruitjes en portabella). Snijd de helft van de peterselie klein. Doe de olie in een kommetje en pers de knoflook erboven uit. Roer de tijmblaadjes en peterselie erdoor.
5. Snijd met een scherp mes horizontaal en verticaal inkepingen in het meergranen stokbroodje. Zorg ervoor dat je niet helemaal tot de bodem snijdt. Druppel nu de kruidenolie zoveel mogelijk in de gleufjes en breng op smaak met zout en verse peper. Bak het stokbroodje in 8-12 minuten knapperig in de voorverwarmde oven.
6. Schep de soep in mooie kommen en garneer met de overgebleven peterselie. Heerlijk met het stokbroodje.