Schorseneren in champignon-kaassaus met basmatirijst en dragon

Schorseneren worden niet veel meer gegeten omdat het schoonmaken bewerkelijk is. De smaak is echt heerlijk en doet denken aan die van asperges of artisjokken. Bij het schillen van schorseneren komt er een wit, plakkerig sap vrij dat vlekken aan je handen kan geven. Om deze reden noemden ze schorseneren vroeger ook wel ‘keukenmeiden verdriet’.

Bereiding (35 min)

1. Breng een pan met water en een snuf zout aan de kook. Spoel de rijst in een zeef onder de kraan en kook in 20-25 minuten gaar. Giet het water af en zet afgedekt opzij.
2. Breng intussen een andere pan met water aan de kook. Schil de schorseneren met een dunschiller onder stromend water en snijd in stukken van 5 cm. Kook de schorseneren met een scheut melk of azijn (tegen het verkleuren van de schorseneren) in 15-20 minuten gaar.
3. Pel en snipper de ui en knoflook. Veeg de champignons schoon en snijd in plakjes. Verhit olie in een ruime bakpan en fruit de ui en knoflook 2 minuten. Voeg de champignons toe en bak 5 minuten op een middelhoog vuur. Was de dragon, pluk de blaadjes van de takjes en strooi over de champignons. Breng op smaak met zout en peper.
4. Doe de crème fraîche en geraspte kaas bij de champignons en laat 2 minuten zachtjes pruttelen op een laag vuur. Voeg de voorgekookte schorseneren toe en verwarm mee.
5. Hak de walnoten grof. Serveer de volkoren basmatirijst met de schorseneren in kaassaus en garneer met de walnoten en wat dragon.