Surinaamse nasi met spekjes doperwten en seroendeng

Surinaamse nasi is vergeleken met zijn Chinese zusje donker van kleur en ook een stuk smaakvoller. Vandaag maak je de seroendeng zelf van pinda's en kokos, heerlijk knapperig en perfect voor het hele gezin.

Bereiding (20 min)

1. Breng een pan met water en een snuf zout aan de kook. Spoel de rijst in een zeef onder de kraan en kook in 12 minuten gaar. Giet het water af en laat de rijst afkoelen op een bord.
2. Snijd intussen het spek nog kleiner en bak in een ruime bakpan op een middelhoog vuur krokant. Snijd de prei in de lengte doormidden, spoel onder de kraan en snijd klein. Was of schil de wortel en snijd klein. Voeg de prei en wortel toe en bak 3-4 minuten mee.
3. Voeg dan de voorgekookte rijst, limoensap en geraspte gember toe en bak op een hoog vuur, terwijl je regelmatig schud, nogmaals 3-4 minuten.
4. Giet de doperwten af en voeg toe aan de pan. Breng op smaak met ketjap, zout en (chili)peper en schep alles goed door. Houd warm terwijl je de seroendeng klaarmaakt.
5. Hak de pinda's en kokos grof. Bak deze samen in een droge bakpan lichtbruin. Voeg op het laatste moment de kerriepoeder, zout en peper toe en schud om. Serveer de seroendeng bij de Surinaamse nasi.