Gehaktballen met 'krieken' en knolselderijpuree

Een oergezellige Belgische klassieker die je zo terugkatapulteert naar je jonge jaren! Heerlijk krokant gebakken gehaktballetjes met daarbij lekkere kersen (kriekjes) in een zalig zoetzuur sausje. Zure kersen duidt men aan met het woord krieken, terwijl men met kersen zoete kersen bedoelt. Vandaag serveren we een heerlijke knolselderijpuree ernaast. Genieten van grootmoeders kost!

Bereiding (30 min)

1. Breng een pan met water en een snuf zout aan de kook. Schil de aardappels en knolselderij, snijd in stukken en kook in 20 minuten gaar.
2. Pel intussen de ui en snijd in partjes. Snijd de kervel fijn en bewaar wat voor garnering. Doe het gehakt in een ruime kom en voeg een deel van de kervel toe. Breng op smaak met peper en zout en rol per persoon 2 of 3 ballen ervan. Verhit olie in een bakpan en bak de ui en de gehaktballen bruin en gaar. Doe halverwege een deksel op de pan.
3. Zeef de kersen, vang het sap op in een steelpan en verwarm het op een middelhoog vuur. Los de maizena op in een kopje met een beetje koud water of kersensap, schenk in de pan en roer tot een gladde kersensaus. Voeg de kersen en azijn toe en verwarm even mee (let op dat het niet kookt want dan gaan de kersen stuk).
4. Giet het water van de aardappels af en stamp met een beetje kookvocht, melk of boter tot een zachte puree. Schep de overgebleven kervel erdoor.
5. Schep de puree en gehaktballen op de borden en geef er een flinke schep kersen met saus bij.